Summary


Dutch

Detailed Synonyms for in contact staan in Dutch

in contact staan:

in contact staan verb (sta in contact, staat in contact, stond in contact, stonden in contact, in contact gestaan)

  1. in contact staan
    spreken; praten; in contact staan; een conversatie hebben; communiceren
    • spreken verb
    • praten verb (praat, praatte, praatten, gepraat)
    • in contact staan verb (sta in contact, staat in contact, stond in contact, stonden in contact, in contact gestaan)
    • een conversatie hebben verb (heb een conversatie, hebt een conversatie, heeft een conversatie, had een conversatie, hadden een conversatie, een conversatie gehad)
    • communiceren verb (communiceer, communiceert, communiceerde, communiceerden, gecommuniceerd)

Conjugations for in contact staan:

o.t.t.
  1. sta in contact
  2. staat in contact
  3. staat in contact
  4. staan in contact
  5. staan in contact
  6. staan in contact
o.v.t.
  1. stond in contact
  2. stond in contact
  3. stond in contact
  4. stonden in contact
  5. stonden in contact
  6. stonden in contact
v.t.t.
  1. heb in contact gestaan
  2. hebt in contact gestaan
  3. heeft in contact gestaan
  4. hebben in contact gestaan
  5. hebben in contact gestaan
  6. hebben in contact gestaan
v.v.t.
  1. had in contact gestaan
  2. had in contact gestaan
  3. had in contact gestaan
  4. hadden in contact gestaan
  5. hadden in contact gestaan
  6. hadden in contact gestaan
o.t.t.t.
  1. zal in contact staan
  2. zult in contact staan
  3. zal in contact staan
  4. zullen in contact staan
  5. zullen in contact staan
  6. zullen in contact staan
o.v.t.t.
  1. zou in contact staan
  2. zou in contact staan
  3. zou in contact staan
  4. zouden in contact staan
  5. zouden in contact staan
  6. zouden in contact staan
diversen
  1. sta in contact!
  2. staat in contact!
  3. in contact gestaan
  4. in contact staand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for in contact staan