Dutch
Detailed Synonyms for kiemvrij maken in Dutch
kiemvrij maken:
kiemvrij maken verb (maak kiemvrij, maakt kiemvrij, maakte kiemvrij, maakten kiemvrij, kiemvrij gemaakt)
-
kiemvrij maken
steriliseren; steriel maken; kiemvrij maken-
kiemvrij maken verb (maak kiemvrij, maakt kiemvrij, maakte kiemvrij, maakten kiemvrij, kiemvrij gemaakt)
Conjugations for kiemvrij maken:
o.t.t.
- maak kiemvrij
- maakt kiemvrij
- maakt kiemvrij
- maken kiemvrij
- maken kiemvrij
- maken kiemvrij
o.v.t.
- maakte kiemvrij
- maakte kiemvrij
- maakte kiemvrij
- maakten kiemvrij
- maakten kiemvrij
- maakten kiemvrij
v.t.t.
- heb kiemvrij gemaakt
- hebt kiemvrij gemaakt
- heeft kiemvrij gemaakt
- hebben kiemvrij gemaakt
- hebben kiemvrij gemaakt
- hebben kiemvrij gemaakt
v.v.t.
- had kiemvrij gemaakt
- had kiemvrij gemaakt
- had kiemvrij gemaakt
- hadden kiemvrij gemaakt
- hadden kiemvrij gemaakt
- hadden kiemvrij gemaakt
o.t.t.t.
- zal kiemvrij maken
- zult kiemvrij maken
- zal kiemvrij maken
- zullen kiemvrij maken
- zullen kiemvrij maken
- zullen kiemvrij maken
o.v.t.t.
- zou kiemvrij maken
- zou kiemvrij maken
- zou kiemvrij maken
- zouden kiemvrij maken
- zouden kiemvrij maken
- zouden kiemvrij maken
en verder
- ben kiemvrij gemaakt
- bent kiemvrij gemaakt
- is kiemvrij gemaakt
- zijn kiemvrij gemaakt
- zijn kiemvrij gemaakt
- zijn kiemvrij gemaakt
diversen
- maak kiemvrij!
- maakt kiemvrij!
- kiemvrij gemaakt
- kiemvrij makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze