Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. laten rusten:


Dutch

Detailed Synonyms for laten rusten in Dutch

laten rusten:

laten rusten verb (laat rusten, liet rusten, lieten rusten, laten rusten)

  1. laten rusten
    laten rusten
    • laten rusten verb (laat rusten, liet rusten, lieten rusten, laten rusten)

Conjugations for laten rusten:

o.t.t.
  1. laat rusten
  2. laat rusten
  3. laat rusten
  4. laten rusten
  5. laten rusten
  6. laten rusten
o.v.t.
  1. liet rusten
  2. liet rusten
  3. liet rusten
  4. lieten rusten
  5. lieten rusten
  6. lieten rusten
v.t.t.
  1. heb laten rusten
  2. hebt laten rusten
  3. heeft laten rusten
  4. hebben laten rusten
  5. hebben laten rusten
  6. hebben laten rusten
v.v.t.
  1. had laten rusten
  2. had laten rusten
  3. had laten rusten
  4. hadden laten rusten
  5. hadden laten rusten
  6. hadden laten rusten
o.t.t.t.
  1. zal laten rusten
  2. zult laten rusten
  3. zal laten rusten
  4. zullen laten rusten
  5. zullen laten rusten
  6. zullen laten rusten
o.v.t.t.
  1. zou laten rusten
  2. zou laten rusten
  3. zou laten rusten
  4. zouden laten rusten
  5. zouden laten rusten
  6. zouden laten rusten
diversen
  1. laat rusten!
  2. laat rusten!
  3. laten rusten
  4. rusten latend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for laten rusten