Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In Nederlands
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/Dutch
->Translate linguïst
Synonyms for "
linguïst
" in Dutch
Search
Remove Ads
Summary
Dutch Synonyms:
more detail...
linguïst:
linguïst
;
taalkenner
;
taalkundige
;
taalgeleerde
Dutch
Detailed Synonyms for
linguïst
in Dutch
linguïst:
linguïst
[
de ~ (m)
]
nomen
de linguïst
de
linguïst
;
de
taalkenner
linguïst
[
de ~ (m)
]
nomen
taalkenner
[
de ~ (m)
]
nomen
de linguïst
de
linguïst
;
de
taalkundige
;
de
taalgeleerde
linguïst
[
de ~ (m)
]
nomen
taalkundige
[
de ~
]
nomen
taalgeleerde
[
de ~
]
nomen
Related Words for "linguïst":
linguïsten
Remove Ads
Remove Ads