Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. loswerken:


Dutch

Detailed Synonyms for loswerken in Dutch

loswerken:

loswerken verb

  1. loswerken
    losmaken; scheiden; loskrijgen; detacheren; loswerken
    • losmaken verb (maak los, maakt los, maakte los, maakten los, losgemaakt)
    • scheiden verb (scheid, scheidt, scheidde, scheidden, gescheiden)
    • loskrijgen verb (krijg los, krijgt los, kreeg los, kregen los, losgekregen)
    • detacheren verb (detacheer, detacheert, detacheerde, detacheerden, gedetacheerd)
    • loswerken verb