Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. ontveinzen:


Dutch

Detailed Synonyms for ontveinzen in Dutch

ontveinzen:

ontveinzen verb (ontveins, ontveinst, ontveinsde, ontveinsden, ontveinsd)

  1. ontveinzen
    ontveinzen
    • ontveinzen verb (ontveins, ontveinst, ontveinsde, ontveinsden, ontveinsd)

Conjugations for ontveinzen:

o.t.t.
  1. ontveins
  2. ontveinst
  3. ontveinst
  4. ontveizen
  5. ontveinzen
  6. ontveinzen
o.v.t.
  1. ontveinsde
  2. ontveinsde
  3. ontveinsde
  4. ontveinsden
  5. ontveinsden
  6. ontveinsden
v.t.t.
  1. heb ontveinsd
  2. hebt ontveinsd
  3. heeft ontveinsd
  4. hebben ontveinsd
  5. hebben ontveinsd
  6. hebben ontveinsd
v.v.t.
  1. had ontveinsd
  2. had ontveinsd
  3. had ontveinsd
  4. hadden ontveinsd
  5. hadden ontveinsd
  6. hadden ontveinsd
o.t.t.t.
  1. zal ontveinzen
  2. zult ontveinzen
  3. zal ontveinzen
  4. zullen ontveinzen
  5. zullen ontveinzen
  6. zullen ontveinzen
o.v.t.t.
  1. zou ontveinzen
  2. zou ontveinzen
  3. zou ontveinzen
  4. zouden ontveinzen
  5. zouden ontveinzen
  6. zouden ontveinzen
diversen
  1. ontveins!
  2. ontveinst!
  3. ontveinsd
  4. ontveinzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze