Dutch
Detailed Synonyms for ontvreemden in Dutch
ontvreemden:
-
ontvreemden
stelen; pikken; verdonkeremanen; ontnemen; toeëigenen; snaaien; gappen; kapen; inpikken; roven; ontfutselen; jatten; ontvreemden; wegpikken; wegnemen; plunderen; wegkapen; benemen; achteroverdrukken; afnemen; vervreemden; verduisteren; verdonkeren; wegpakken; leegstelen-
verdonkeremanen verb (verdonkeremaan, verdonkeremaant, verdonkeremaande, verdonkeremaanden, verdonkeremaand)
-
achteroverdrukken verb (druk achterover, drukt achterover, drukte achterover, drukten achterover, achterovergedrukt)
-
ontvreemden
stelen; jatten; pikken; verdonkeremanen; gappen; wegpikken; inpikken; ontvreemden; wegkapen; vervreemden; achteroverdrukken-
verdonkeremanen verb (verdonkeremaan, verdonkeremaant, verdonkeremaande, verdonkeremaanden, verdonkeremaand)
-
achteroverdrukken verb (druk achterover, drukt achterover, drukte achterover, drukten achterover, achterovergedrukt)
-
ontvreemden
stelen; pikken; verduisteren; wegpikken; jatten; ontvreemden; verdonkeremanen; vervreemden; inpikken; wegkapen; gappen; achterhouden; achteroverdrukken; wegfutselen-
verdonkeremanen verb (verdonkeremaan, verdonkeremaant, verdonkeremaande, verdonkeremaanden, verdonkeremaand)
-
achteroverdrukken verb (druk achterover, drukt achterover, drukte achterover, drukten achterover, achterovergedrukt)
-
wegfutselen verb
Conjugations for ontvreemden:
o.t.t.
- ontvreemd
- ontvreemdt
- ontvreemdt
- ontvreemden
- ontvreemden
- ontvreemden
o.v.t.
- ontvreemdde
- ontvreemdde
- ontvreemdde
- ontvreemdden
- ontvreemdden
- ontvreemdden
v.t.t.
- heb ontvreemd
- hebt ontvreemd
- heeft ontvreemd
- hebben ontvreemd
- hebben ontvreemd
- hebben ontvreemd
v.v.t.
- had ontvreemd
- had ontvreemd
- had ontvreemd
- hadden ontvreemd
- hadden ontvreemd
- hadden ontvreemd
o.t.t.t.
- zal ontvreemden
- zult ontvreemden
- zal ontvreemden
- zullen ontvreemden
- zullen ontvreemden
- zullen ontvreemden
o.v.t.t.
- zou ontvreemden
- zou ontvreemden
- zou ontvreemden
- zouden ontvreemden
- zouden ontvreemden
- zouden ontvreemden
en verder
- is ontvreemd
- zijn ontvreemd
diversen
- ontvreemd!
- ontvreemdt!
- ontvreemd
- ontvreemdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze