Dutch
Detailed Synonyms for opzoeken in Dutch
opzoeken:
-
opzoeken
-
opzoeken
-
opzoeken
– bij hem op visite gaan 1 -
opzoeken
– proberen het te vinden 1
Conjugations for opzoeken:
o.t.t.
- zoek op
- zoekt op
- zoekt op
- zoeken op
- zoeken op
- zoeken op
o.v.t.
- zocht op
- zocht op
- zocht op
- zochten op
- zochten op
- zochten op
v.t.t.
- heb opgezocht
- hebt opgezocht
- heeft opgezocht
- hebben opgezocht
- hebben opgezocht
- hebben opgezocht
v.v.t.
- had opgezocht
- had opgezocht
- had opgezocht
- hadden opgezocht
- hadden opgezocht
- hadden opgezocht
o.t.t.t.
- zal opzoeken
- zult opzoeken
- zal opzoeken
- zullen opzoeken
- zullen opzoeken
- zullen opzoeken
o.v.t.t.
- zou opzoeken
- zou opzoeken
- zou opzoeken
- zouden opzoeken
- zouden opzoeken
- zouden opzoeken
en verder
- ben opgezocht
- bent opgezocht
- is opgezocht
- zijn opgezocht
- zijn opgezocht
- zijn opgezocht
diversen
- zoek op!
- zoekt op!
- opgezocht
- opzoekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze