Dutch
Detailed Synonyms for oversteek in Dutch
oversteek:
-
de oversteek
Related Words for "oversteek":
oversteek form of oversteken:
-
oversteken
-
oversteken
– van de ene kant naar de andere gaan 1
Conjugations for oversteken:
o.t.t.
- steek over
- steekt over
- steekt over
- steken over
- steken over
- steken over
o.v.t.
- stak over
- stak over
- stak over
- staken over
- staken over
- staken over
v.t.t.
- ben overgestoken
- bent overgestoken
- is overgestoken
- zijn overgestoken
- zijn overgestoken
- zijn overgestoken
v.v.t.
- was overgestoken
- was overgestoken
- was overgestoken
- waren overgestoken
- waren overgestoken
- waren overgestoken
o.t.t.t.
- zal oversteken
- zult oversteken
- zal oversteken
- zullen oversteken
- zullen oversteken
- zullen oversteken
o.v.t.t.
- zou oversteken
- zou oversteken
- zou oversteken
- zouden oversteken
- zouden oversteken
- zouden oversteken
diversen
- steek over!
- steekt over!
- overgestoken
- overstekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het oversteken