Dutch
Detailed Synonyms for overtreffend in Dutch
overtreffend:
-
overtreffend
overtreffend form of overtreffen:
-
overtreffen
-
overtreffen
overtreffen; voorbijstreven-
voorbijstreven verb (streef voorbij, streeft voorbij, streefde voorbij, streefden voorbij, voorbij gestreefd)
-
overtreffen
onderscheiden; overtreffen; excelleren; uitblinken; uitblinken boven; uitsteken; schitteren; uitmunten-
excelleren verb
-
uitblinken boven verb (blink uit boven, blinkt uit boven, blonk uit boven, blonken uit boven, uitgeblonken boven)
Conjugations for overtreffen:
o.t.t.
- overtref
- overtreft
- overtreft
- overtreffen
- overtreffen
- overtreffen
o.v.t.
- overtrof
- overtrof
- overtrof
- overtroffen
- overtroffen
- overtroffen
v.t.t.
- heb overtroffen
- hebt overtroffen
- heeft overtroffen
- hebben overtroffen
- hebben overtroffen
- hebben overtroffen
v.v.t.
- had overtroffen
- had overtroffen
- had overtroffen
- hadden overtroffen
- hadden overtroffen
- hadden overtroffen
o.t.t.t.
- zal overtreffen
- zult overtreffen
- zal overtreffen
- zullen overtreffen
- zullen overtreffen
- zullen overtreffen
o.v.t.t.
- zou overtreffen
- zou overtreffen
- zou overtreffen
- zouden overtreffen
- zouden overtreffen
- zouden overtreffen
en verder
- ben overtroffen
- bent overtroffen
- is overtroffen
- zijn overtroffen
- zijn overtroffen
- zijn overtroffen
diversen
- overtref!
- overtreft!
- overtroffen
- overtreffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze