Dutch
Detailed Synonyms for praatjesmakers in Dutch
praatjesmakers:
-
de praatjesmakers
de praatjesmakers; de pocher; de dikdoener; de windbuil; de windbuilen; de opschepper; de bluffer; de opscheppers; de snoever; de snoevers -
de praatjesmakers
de praatjesmakers; de windbuilen; de bluffers; de opscheppers; de pochers; de snoevers; de opsnijders