Dutch
Detailed Synonyms for ruit in Dutch
ruit:
-
de ruit
-
de ruit
-
de ruit
– figuur met vier rechte zijden en scherpe hoeken 1 -
de ruit
– glas in een raam 1 -
de ruit
– patroon van kruisende lijnen 1
Related Words for "ruit":
Related Definitions for "ruit":
ruit form of ruiten:
ruit form of ruien:
-
ruien
Conjugations for ruien:
o.t.t.
- rui
- ruit
- ruit
- ruien
- ruien
- ruien
o.v.t.
- ruide
- ruide
- ruide
- ruiden
- ruiden
- ruiden
v.t.t.
- heb geruid
- hebt geruid
- heeft geruid
- hebben geruid
- hebben geruid
- hebben geruid
v.v.t.
- had geruid
- had geruid
- had geruid
- hadden geruid
- hadden geruid
- hadden geruid
o.t.t.t.
- zal ruien
- zult ruien
- zal ruien
- zullen ruien
- zullen ruien
- zullen ruien
o.v.t.t.
- zou ruien
- zou ruien
- zou ruien
- zouden ruien
- zouden ruien
- zouden ruien
diversen
- rui!
- ruit!
- geruid
- ruiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze