Dutch
Detailed Synonyms for toevertrouwen in Dutch
toevertrouwen:
-
toevertrouwen
Conjugations for toevertrouwen:
o.t.t.
- vertrouw toe
- vertrouwt toe
- vertrouwt toe
- vertrouwen toe
- vertrouwen toe
- vertrouwen toe
o.v.t.
- vertrouwde toe
- vertrouwde toe
- vertrouwde toe
- vertrouwden toe
- vertrouwden toe
- vertrouwden toe
v.t.t.
- heb toevertrouwd
- hebt toevertrouwd
- heeft toevertrouwd
- hebben toevertrouwd
- hebben toevertrouwd
- hebben toevertrouwd
v.v.t.
- had toevertrouwd
- had toevertrouwd
- had toevertrouwd
- hadden toevertrouwd
- hadden toevertrouwd
- hadden toevertrouwd
o.t.t.t.
- zal toevertrouwen
- zult toevertrouwen
- zal toevertrouwen
- zullen toevertrouwen
- zullen toevertrouwen
- zullen toevertrouwen
o.v.t.t.
- zou toevertrouwen
- zou toevertrouwen
- zou toevertrouwen
- zouden toevertrouwen
- zouden toevertrouwen
- zouden toevertrouwen
en verder
- ben toevertrouwd
- bent toevertrouwd
- is toevertrouwd
- zijn toevertrouwd
- zijn toevertrouwd
- zijn toevertrouwd
diversen
- vertrouw toe!
- vertrouwt toe!
- toevertrouwd
- toevertrouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
toevertrouwen
-
toevertrouwen