Dutch
Detailed Synonyms for van plan zijn in Dutch
van plan zijn:
-
van plan zijn
-
van plan zijn
Conjugations for van plan zijn:
o.t.t.
- ben van plan
- bent van plan
- bent van plan
- zijn van plan
- zijn van plan
- zijn van plan
o.v.t.
- was van plan
- was van plan
- was van plan
- waren van plan
- waren van plan
- waren van plan
v.t.t.
- ben van plan geweest
- bent van plan geweest
- is van plan geweest
- zijn van plan geweest
- zijn van plan geweest
- zijn van plan geweest
v.v.t.
- was van plan geweest
- was van plan geweest
- was van plan geweest
- waren van plan geweest
- waren van plan geweest
- waren van plan geweest
o.t.t.t.
- zal van plan zijn
- zult van plan zijn
- zal van plan zijn
- zullen van plan zijn
- zullen van plan zijn
- zullen van plan zijn
o.v.t.t.
- zou van plan zijn
- zou van plan zijn
- zou van plan zijn
- zouden van plan zijn
- zouden van plan zijn
- zouden van plan zijn
diversen
- ben van plan!
- bent van plan!
- van plan geweest
- van plan zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze