Dutch
Detailed Synonyms for verstard in Dutch
verstard:
verstard form of verstarren:
-
verstarren
Conjugations for verstarren:
o.t.t.
- verstar
- verstart
- verstart
- verstarren
- verstarren
- verstarren
o.v.t.
- verstarde
- verstarde
- verstarde
- verstarden
- verstarden
- verstarden
v.t.t.
- ben verstard
- bent verstard
- is verstard
- zijn verstard
- zijn verstard
- zijn verstard
v.v.t.
- was verstard
- was verstard
- was verstard
- waren verstard
- waren verstard
- waren verstard
o.t.t.t.
- zal verstarren
- zult verstarren
- zal verstarren
- zullen verstarren
- zullen verstarren
- zullen verstarren
o.v.t.t.
- zou verstarren
- zou verstarren
- zou verstarren
- zouden verstarren
- zouden verstarren
- zouden verstarren
diversen
- verstar!
- verstart!
- verstard
- verstarrend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze