Dutch
Detailed Synonyms for worgen in Dutch
worgen:
-
worgen
Conjugations for worgen:
o.t.t.
- worg
- worgt
- worgt
- worgen
- worgen
- worgen
o.v.t.
- worgde
- worgde
- worgde
- worgden
- worgden
- worgden
v.t.t.
- heb geworgd
- hebt geworgd
- heeft geworgd
- hebben geworgd
- hebben geworgd
- hebben geworgd
v.v.t.
- had geworgd
- had geworgd
- had geworgd
- hadden geworgd
- hadden geworgd
- hadden geworgd
o.t.t.t.
- zal worgen
- zult worgen
- zal worgen
- zullen worgen
- zullen worgen
- zullen worgen
o.v.t.t.
- zou worgen
- zou worgen
- zou worgen
- zouden worgen
- zouden worgen
- zouden worgen
diversen
- worg!
- worgt!
- geworgd
- worgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze