Summary
Dutch
Detailed Translations for verscheidenheid from Dutch to Swedish
verscheidenheid:
-
de verscheidenheid
Translation Matrix for verscheidenheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
mångfald | verscheidenheid | veelvoud |
mångsidighet | verscheidenheid | veelzijdigheid |
olikhet | verscheidenheid | diversificatie |
Related Words for "verscheidenheid":
Wiktionary Translations for verscheidenheid:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verscheidenheid | → mångfald | ↔ diversity — quality of being diverse; difference |
verscheidenheid form of verscheiden:
-
het verscheiden (overlijden; dood)
Conjugations for verscheiden:
o.t.t.
- verscheid
- verscheidt
- verscheidt
- verscheiden
- verscheiden
- verscheiden
o.v.t.
- verscheidde
- verscheidde
- verscheidde
- verscheidden
- verscheidden
- verscheidden
v.t.t.
- ben verscheiden
- bent verscheiden
- is verscheiden
- zijn verscheiden
- zijn verscheiden
- zijn verscheiden
v.v.t.
- was verscheiden
- was verscheiden
- was verscheiden
- waren verscheiden
- waren verscheiden
- waren verscheiden
o.t.t.t.
- zal verscheiden
- zult verscheiden
- zal verscheiden
- zullen verscheiden
- zullen verscheiden
- zullen verscheiden
o.v.t.t.
- zou verscheiden
- zou verscheiden
- zou verscheiden
- zouden verscheiden
- zouden verscheiden
- zouden verscheiden
diversen
- verscheid!
- verscheidt!
- verscheiden
- verscheidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verscheiden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
dö | creperen | |
döden | dood; overlijden; verscheiden | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
avlida | doodgaan; heengaan; inslapen; ontslapen; overlijden; sterven; verscheiden | bezwijken; creperen; doodgaan; heengaan; inslapen; omkomen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; verrekken; versterven; wegvallen; zieltogen |
dö | doodgaan; heengaan; inslapen; ontslapen; overlijden; sterven; verscheiden | afsterven; bezwijken; creperen; doodgaan; heengaan; inslapen; kapotgaan; omkomen; ophouden; overlijden; sneuvelen; sterven; uitsterven; vallen; verrekken; versterven; wegvallen; zieltogen |
gå bort | doodgaan; heengaan; inslapen; ontslapen; overlijden; sterven; verscheiden | bezwijken; doodgaan; gaan; heengaan; inslapen; omkomen; opbreken; opstappen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; vertrekken; weggaan; wegvallen |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
flera | ettelijk; verscheiden | ettelijke; meerdere; verscheidene; verschillende |
Related Words for "verscheiden":
Wiktionary Translations for verscheiden:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verscheiden | → olika | ↔ various — an eclectic range of |
• verscheiden | → avlida; dö | ↔ décéder — admin|fr mourir, parler des personnes. |
• verscheiden | → död | ↔ mort — arrêt de la vie |
• verscheiden | → avlida; dö | ↔ mourir — Cesser de vivre. |
External Machine Translations: