Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. afsluitend:


Dutch

Detailed Translations for afsluitend from Dutch to Swedish

afsluitend:

afsluitend adj

  1. afsluitend (concluderend)
  2. afsluitend (stoppend; verstoppend)

Translation Matrix for afsluitend:

NounRelated TranslationsOther Translations
avslutande afmaken; afwerken; beëindiging; einde; slot; sluiting
stoppande afhaken; eindigen; kappen; ophouden; staken; uitscheiden
ModifierRelated TranslationsOther Translations
avslutande afsluitend; concluderend ter afsluiting
avslutandet afsluitend; concluderend ter afsluiting
stoppande afsluitend; stoppend; verstoppend

External Machine Translations: