Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. beschuldigers:
  2. beschuldiger:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for beschuldigers from Dutch to Swedish

beschuldigers:

beschuldigers [de ~] nomen, plural

  1. de beschuldigers (aanklagers)
    åklagare; anklagare

Translation Matrix for beschuldigers:

NounRelated TranslationsOther Translations
anklagare aanklagers; beschuldigers aanklager; beschuldiger; eisende partij; eiser; klager; officier van justitie; openbaar aanklager; requirant
åklagare aanklagers; beschuldigers

Related Words for "beschuldigers":


beschuldigers form of beschuldiger:

beschuldiger [de ~ (m)] nomen

  1. de beschuldiger (eisende partij; requirant; klager; eiser)
    anklagare

Translation Matrix for beschuldiger:

NounRelated TranslationsOther Translations
anklagare beschuldiger; eisende partij; eiser; klager; requirant aanklager; aanklagers; beschuldigers; officier van justitie; openbaar aanklager

Related Words for "beschuldiger":


Wiktionary Translations for beschuldiger:


Cross Translation:
FromToVia
beschuldiger klagande accusateur — Celui, celle qui accuser quelqu’un en justice.

External Machine Translations: