Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. censureren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for censureren from Dutch to Swedish

censureren:

censureren verb (censureer, censureert, censureerde, censureerden, gecensureerd)

  1. censureren
    sensurera
    • sensurera verb (sensurerar, sensurerade, sensurerat)

Conjugations for censureren:

o.t.t.
  1. censureer
  2. censureert
  3. censureert
  4. censureren
  5. censureren
  6. censureren
o.v.t.
  1. censureerde
  2. censureerde
  3. censureerde
  4. censureerden
  5. censureerden
  6. censureerden
v.t.t.
  1. heb gecensureerd
  2. hebt gecensureerd
  3. heeft gecensureerd
  4. hebben gecensureerd
  5. hebben gecensureerd
  6. hebben gecensureerd
v.v.t.
  1. had gecensureerd
  2. had gecensureerd
  3. had gecensureerd
  4. hadden gecensureerd
  5. hadden gecensureerd
  6. hadden gecensureerd
o.t.t.t.
  1. zal censureren
  2. zult censureren
  3. zal censureren
  4. zullen censureren
  5. zullen censureren
  6. zullen censureren
o.v.t.t.
  1. zou censureren
  2. zou censureren
  3. zou censureren
  4. zouden censureren
  5. zouden censureren
  6. zouden censureren
en verder
  1. ben gecensureerd
  2. bent gecensureerd
  3. is gecensureerd
  4. zijn gecensureerd
  5. zijn gecensureerd
  6. zijn gecensureerd
diversen
  1. censureer!
  2. censureert!
  3. gecensureerd
  4. censurerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for censureren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
sensurera censureren

Wiktionary Translations for censureren:


Cross Translation:
FromToVia
censureren censurera censor — to remove objectionable content
censureren censurera censurer — Traductions à trier suivant le sens

External Machine Translations: