Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. daken:
  2. dak:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for daken from Dutch to Swedish

daken:

daken [de ~] nomen, plural

  1. de daken (huisbedekkingen)
    tak
    • tak [-ett] nomen

Translation Matrix for daken:

NounRelated TranslationsOther Translations
tak daken; huisbedekkingen huif; plafond

Related Words for "daken":


dak:

dak [het ~] nomen

  1. het dak (overkapping; overdekking; afdekkap; koepel; kap)

Translation Matrix for dak:

NounRelated TranslationsOther Translations
betäckning afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping dekplaat; overtrek
täcke 6-tak afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping
övertäckning afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping aanplant; begroeiing; dekmantel; dekschild; gewas; schild

Related Words for "dak":


Related Definitions for "dak":

  1. wat een huis of auto bedekt1
    • er zit een vogel op het dak1

Wiktionary Translations for dak:

dak
noun
  1. het deel dat een gebouw aan de bovenkant bedekt en bescherming biedt tegen het weer

Cross Translation:
FromToVia
dak tak Dach — Abdeckung eines Hauses, eines Fahrzeugs oder eines Zeltes
dak tak roof — the cover at the top of a building
dak tak roof — the upper part of a cavity
dak tak toit — Couverture d’un immeuble (1):

External Machine Translations:

Related Translations for daken