Dutch
Detailed Translations for erbij passen from Dutch to Swedish
erbij passen:
-
erbij passen
Conjugations for erbij passen:
o.t.t.
- pas erbij
- past erbij
- past erbij
- passen erbij
- passen erbij
- passen erbij
o.v.t.
- paste erbij
- paste erbij
- paste erbij
- pasten erbij
- pasten erbij
- pasten erbij
v.t.t.
- heb erbij gepast
- hebt erbij gepast
- heeft erbij gepast
- hebben erbij gepast
- hebben erbij gepast
- hebben erbij gepast
v.v.t.
- had erbij gepast
- had erbij gepast
- had erbij gepast
- hadden erbij gepast
- hadden erbij gepast
- hadden erbij gepast
o.t.t.t.
- zal erbij passen
- zult erbij passen
- zal erbij passen
- zullen erbij passen
- zullen erbij passen
- zullen erbij passen
o.v.t.t.
- zou erbij passen
- zou erbij passen
- zou erbij passen
- zouden erbij passen
- zouden erbij passen
- zouden erbij passen
diversen
- pas erbij!
- past erbij!
- erbij gepast
- erbij passend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for erbij passen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
passa in | erbij passen | bijpassen; erin passen; inpassen; invoegen; overgaan op nieuwe rijbaan; passen |