Dutch
Detailed Translations for index maken from Dutch to Swedish
index maken:
-
index maken (indexeren; registeren)
Conjugations for index maken:
o.t.t.
- maak index
- maakt index
- maakt index
- maken index
- maken index
- maken index
o.v.t.
- maakte index
- maakte index
- maakte index
- maakten index
- maakten index
- maakten index
v.t.t.
- heb index gemaakt
- hebt index gemaakt
- heeft index gemaakt
- hebben index gemaakt
- hebben index gemaakt
- hebben index gemaakt
v.v.t.
- had index gemaakt
- had index gemaakt
- had index gemaakt
- hadden index gemaakt
- hadden index gemaakt
- hadden index gemaakt
o.t.t.t.
- zal index maken
- zult index maken
- zal index maken
- zullen index maken
- zullen index maken
- zullen index maken
o.v.t.t.
- zou index maken
- zou index maken
- zou index maken
- zouden index maken
- zouden index maken
- zouden index maken
en verder
- is index gemaakt
diversen
- maak index!
- maakt index!
- index gemaakt
- index makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for index maken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
indexreglera | index maken; indexeren; registeren |