Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. ingeborene:
  2. ingeboren:


Dutch

Detailed Translations for ingeborene from Dutch to Swedish

ingeborene:

ingeborene [znw.] nomen

  1. ingeborene (inboorling; oorpronkelijke bewoner; autochtoon; inlander)

Translation Matrix for ingeborene:

NounRelated TranslationsOther Translations
infödd autochtoon; inboorling; ingeborene; inlander; oorpronkelijke bewoner inboorlinge; naturel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
infödd autochtoon; inheems; inheemse; inlands; inlandse

Related Words for "ingeborene":


ingeboren:

ingeboren adj

  1. ingeboren (aangeboren)

Translation Matrix for ingeboren:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
medfött aangeboren; ingeboren aangeboren; eigen; natuurlijk; van nature aanwezig
naturlig aangeboren; ingeboren
naturligt aangeboren; ingeboren

Related Words for "ingeboren":