Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. lofprijzen:


Dutch

Detailed Translations for lofprijzen from Dutch to Swedish

lofprijzen:

lofprijzen verb (lofprijs, lofprijst, lofprees, lofprezen, lofgeprezen)

  1. lofprijzen
    berömma
    • berömma verb (berömmer, berömde, berömt)

Conjugations for lofprijzen:

o.t.t.
  1. lofprijs
  2. lofprijst
  3. lofprijst
  4. lofprijzen
  5. lofprijzen
  6. lofprijzen
o.v.t.
  1. lofprees
  2. lofprees
  3. lofprees
  4. lofprezen
  5. lofprezen
  6. lofprezen
v.t.t.
  1. heb lofgeprezen
  2. hebt lofgeprezen
  3. heeft lofgeprezen
  4. hebben lofgeprezen
  5. hebben lofgeprezen
  6. hebben lofgeprezen
v.v.t.
  1. had lofgeprezen
  2. had lofgeprezen
  3. had lofgeprezen
  4. hadden lofgeprezen
  5. hadden lofgeprezen
  6. hadden lofgeprezen
o.t.t.t.
  1. zal lofprijzen
  2. zult lofprijzen
  3. zal lofprijzen
  4. zullen lofprijzen
  5. zullen lofprijzen
  6. zullen lofprijzen
o.v.t.t.
  1. zou lofprijzen
  2. zou lofprijzen
  3. zou lofprijzen
  4. zouden lofprijzen
  5. zouden lofprijzen
  6. zouden lofprijzen
en verder
  1. ben lofgeprezen
  2. bent lofgeprezen
  3. is lofgeprezen
  4. zijn lofgeprezen
  5. zijn lofgeprezen
  6. zijn lofgeprezen
diversen
  1. lofprijs!
  2. lofprijst!
  3. lofgeprezen
  4. lofprijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for lofprijzen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
berömma lofprijzen de hemel in prijzen; hemelhoog prijzen; ophemelen