Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Translate opgeblazenheid

Translate opgeblazenheid from Dutch to Swedish

Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. opgeblazenheid:
  2. opgeblazen:
  3. Wiktionary:

Dutch

Detailed Translations for opgeblazenheid from Dutch to Swedish

opgeblazenheid:

opgeblazenheid [de ~ (v)] nomen

  1. de opgeblazenheid (gezwollenheid; opgezetheid)
    utvidgning; vidd; omfång; utspändhet

Translation Matrix for opgeblazenheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
omfång gezwollenheid; opgeblazenheid; opgezetheid aanzetsel; aanzetstuk; aanzetting; bereik; bereik met persoonlijke aanpassingen; levensduur; proportie; verhouding; zoekbereik
utspändhet gezwollenheid; opgeblazenheid; opgezetheid
utvidgning gezwollenheid; opgeblazenheid; opgezetheid aanzetsel; aanzetstuk; aanzetting; doortrekking; het groter worden; uitbouwingen; uitbreidingen; uitlegging; uitspreiding; uitzetten; verbreiding; vergroting; wijd worden
vidd gezwollenheid; opgeblazenheid; opgezetheid breedheid; breedte; losheid; spanbreedte

Related Words for "opgeblazenheid":


opgeblazen:

opgeblazen adj

  1. opgeblazen (opgezwollen; opgezet; gezwollen)
    uppsvullet; uppsvullen
  2. opgeblazen (bombastisch; hoogdravend; pompeus; gezwollen)
    svulstig; bombastisk

Translation Matrix for opgeblazen:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
bombastisk bombastisch; gezwollen; hoogdravend; opgeblazen; pompeus
svulstig bombastisch; gezwollen; hoogdravend; opgeblazen; pompeus grootsprakig
uppsvullen gezwollen; opgeblazen; opgezet; opgezwollen
uppsvullet gezwollen; opgeblazen; opgezet; opgezwollen

Related Words for "opgeblazen":


Wiktionary Translations for opgeblazen:

Cross Translation:
FromToVia
• opgeblazen → däst ↔ bloated — swollen with fluid or gas







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0187 seconds
Page rendered in 1.0 seconds