Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. reclasseren:


Dutch

Detailed Translations for reclasseren from Dutch to Swedish

reclasseren:

reclasseren verb (reclasseer, reclasseert, reclasseerde, reclasseerden, gereclasseerd)

  1. reclasseren
    rehabilitera
    • rehabilitera verb (rehabiliterar, rehabiliterade, rehabiliterat)

Conjugations for reclasseren:

o.t.t.
  1. reclasseer
  2. reclasseert
  3. reclasseert
  4. reclasseren
  5. reclasseren
  6. reclasseren
o.v.t.
  1. reclasseerde
  2. reclasseerde
  3. reclasseerde
  4. reclasseerden
  5. reclasseerden
  6. reclasseerden
v.t.t.
  1. heb gereclasseerd
  2. hebt gereclasseerd
  3. heeft gereclasseerd
  4. hebben gereclasseerd
  5. hebben gereclasseerd
  6. hebben gereclasseerd
v.v.t.
  1. had gereclasseerd
  2. had gereclasseerd
  3. had gereclasseerd
  4. hadden gereclasseerd
  5. hadden gereclasseerd
  6. hadden gereclasseerd
o.t.t.t.
  1. zal reclasseren
  2. zult reclasseren
  3. zal reclasseren
  4. zullen reclasseren
  5. zullen reclasseren
  6. zullen reclasseren
o.v.t.t.
  1. zou reclasseren
  2. zou reclasseren
  3. zou reclasseren
  4. zouden reclasseren
  5. zouden reclasseren
  6. zouden reclasseren
en verder
  1. ben gereclasseerd
  2. bent gereclasseerd
  3. is gereclasseerd
  4. zijn gereclasseerd
  5. zijn gereclasseerd
  6. zijn gereclasseerd
diversen
  1. reclasseer!
  2. reclasseert!
  3. gereclasseerd
  4. reclasserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for reclasseren:

NounRelated TranslationsOther Translations
rehabilitera revalideren
VerbRelated TranslationsOther Translations
rehabilitera reclasseren rehabiliteren; revalideren