Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Search: pact

Dutch and Swedish Search Results for: pact

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

pact:
- överenskommelse; allians; union; pakt
Wiktionary:
- pact → pakt, förbund, paktum

Dutch

Detailed Translations for pact from Dutch to Swedish

pact:

pact [het ~] nomen

het pact (bondgenootschap; liga; verbond; verdrag; federatie; binding; akkoord; bond; band; unie)
överenskommelse; allians; union; pakt
- överenskommelse [-en] nomen
- allians [-en] nomen
- union [-en] nomen
- pakt [-en] nomen

Translation Matrix for pact:

Noun	Related Translations	Other Translations
allians	akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag	alliantie; bond; bondgenootschap; broederschap; genootschap; sociëteit; verbond; vereniging; vereniging van bevriende staten
pakt	akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag	bond; broederschap; genootschap; sociëteit; traktaat; vereniging
union	akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag
överenskommelse	akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag	afspraak; akkoord; bedankbrief; compromis; contract; dankbetuiging; dankzegging; overeenkomst; regeling; schikking; vergelijk; verstandhouding

Related Words for "pact":

pacten

Wiktionary Translations for pact:

Cross Translation:

From	To	Via
• pact	→ pakt	↔ pact — an agreement; a league; a compact; a covenant
• pact	→ förbund; paktum	↔ pacte — convention accompagner d’actes publics qui lui donnent un caractère d’une importance primordiale.