Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. merendeel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for merendeel from Dutch to Swedish

merendeel:

merendeel [het ~] nomen

  1. het merendeel
    majoritet; mesta del
  2. het merendeel (grootste deel; gros; meerderheid)

merendeel adj

  1. merendeel

Translation Matrix for merendeel:

NounRelated TranslationsOther Translations
majoritet merendeel overmacht; overwicht; superioriteit
mesta del merendeel
största delen grootste deel; gros; meerderheid; merendeel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
merendels merendeel
vanlig merendeel alledaags; courant; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gewoon; niets bijzonders; normaal; onknap; ordinair
vanligt merendeel alledaags; alledaagse; courant; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; gewoontegetrouw; niets bijzonders; normaal; onknap; ordinair

Related Words for "merendeel":


Wiktionary Translations for merendeel:


Cross Translation:
FromToVia
merendeel majoritet majority — more than half