Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. instandhouden:
  2. in stand houden:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for in stand houden from Dutch to Swedish

instandhouden:

instandhouden [znw.] nomen

  1. instandhouden

instandhouden verb (hou in stand, houdt in stand, hield in stand, hielden in stand, in stand gehouden)

  1. instandhouden (conserveren)
    upprätthålla; bevara; underhålla
    • upprätthålla verb (upprätthåller, upprätthöll, upprätthållit)
    • bevara verb (bevarar, bevarade, bevarat)
    • underhålla verb (underhåller, underhöll, underhållit)

Conjugations for instandhouden:

o.t.t.
  1. hou in stand
  2. houdt in stand
  3. houdt in stand
  4. houden in stand
  5. houden in stand
  6. houden in stand
o.v.t.
  1. hield in stand
  2. hield in stand
  3. hield in stand
  4. hielden in stand
  5. hielden in stand
  6. hielden in stand
v.t.t.
  1. heb in stand gehouden
  2. hebt in stand gehouden
  3. heeft in stand gehouden
  4. hebben in stand gehouden
  5. hebben in stand gehouden
  6. hebben in stand gehouden
v.v.t.
  1. had in stand gehouden
  2. had in stand gehouden
  3. had in stand gehouden
  4. hadden in stand gehouden
  5. hadden in stand gehouden
  6. hadden in stand gehouden
o.t.t.t.
  1. zal instandhouden
  2. zult instandhouden
  3. zal instandhouden
  4. zullen instandhouden
  5. zullen instandhouden
  6. zullen instandhouden
o.v.t.t.
  1. zou instandhouden
  2. zou instandhouden
  3. zou instandhouden
  4. zouden instandhouden
  5. zouden instandhouden
  6. zouden instandhouden
en verder
  1. ben in stand gehouden
  2. bent in stand gehouden
  3. is in stand gehouden
  4. zijn in stand gehouden
  5. zijn in stand gehouden
  6. zijn in stand gehouden
diversen
  1. hou in stand!
  2. houdt in stand!
  3. in stand gehouden
  4. in stand houdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for instandhouden:

NounRelated TranslationsOther Translations
underhållande instandhouden amuseren; conferencier; kost; onderhoud; onderhoudsgeld; vermaken; voedsel
VerbRelated TranslationsOther Translations
bevara conserveren; instandhouden behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; bewaren; conserveren; deponeren; opslaan; verduurzamen
underhålla conserveren; instandhouden binnenhalen; feestelijk onthalen; financieel steunen; fuiven; fêteren; onderhouden; onthalen; ontvangen; vergasten; verlustigen
underhållande staande houden
upprätthålla conserveren; instandhouden behouden; groothouden; in stand houden; onderhouden
ModifierRelated TranslationsOther Translations
underhållande amusant; gehandhaafd; onderhoudend; vermakelijk

in stand houden:

in stand houden verb (houd in stand, houdt in stand, hield in stand, hielden in stand, in stand gehouden)

  1. in stand houden (onderhouden; behouden)
    upprätthålla; uppehålla; vidmakthålla; hålla vid makt
    • upprätthålla verb (upprätthåller, upprätthöll, upprätthållit)
    • uppehålla verb (uppehåller, uppehöll, uppehållit)
    • vidmakthålla verb (vidmakthåller, vidmakthöll, vidmakthållit)
    • hålla vid makt verb (håller vid makt, höll vid makt, hållit vid makt)

Conjugations for in stand houden:

o.t.t.
  1. houd in stand
  2. houdt in stand
  3. houdt in stand
  4. houden in stand
  5. houden in stand
  6. houden in stand
o.v.t.
  1. hield in stand
  2. hield in stand
  3. hield in stand
  4. hielden in stand
  5. hielden in stand
  6. hielden in stand
v.t.t.
  1. heb in stand gehouden
  2. hebt in stand gehouden
  3. heeft in stand gehouden
  4. hebben in stand gehouden
  5. hebben in stand gehouden
  6. hebben in stand gehouden
v.v.t.
  1. had in stand gehouden
  2. had in stand gehouden
  3. had in stand gehouden
  4. hadden in stand gehouden
  5. hadden in stand gehouden
  6. hadden in stand gehouden
o.t.t.t.
  1. zal in stand houden
  2. zult in stand houden
  3. zal in stand houden
  4. zullen in stand houden
  5. zullen in stand houden
  6. zullen in stand houden
o.v.t.t.
  1. zou in stand houden
  2. zou in stand houden
  3. zou in stand houden
  4. zouden in stand houden
  5. zouden in stand houden
  6. zouden in stand houden
en verder
  1. is in stand gehouden
  2. zijn in stand gehouden
diversen
  1. houd in stand!
  2. houdt in stand!
  3. in stand gehouden
  4. in stand houdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for in stand houden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
hålla vid makt behouden; in stand houden; onderhouden
uppehålla behouden; in stand houden; onderhouden aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; ophouden; rekken; talmen; temporiseren; teuten; treuzelen; vertragen; zaniken; zeiken; zeuren
upprätthålla behouden; in stand houden; onderhouden conserveren; groothouden; instandhouden
vidmakthålla behouden; in stand houden; onderhouden

Wiktionary Translations for in stand houden:


Cross Translation:
FromToVia
in stand houden hålla i stånd instand halten — etwas so behandeln, dass es in einem Zustand bleibt, der als gut oder in Ordnung bezeichnet werden kann

External Machine Translations:

Related Translations for in stand houden



Swedish

Detailed Translations for in stand houden from Swedish to Dutch

External Machine Translations:

Related Translations for in stand houden