Noun | Related Translations | Other Translations |
ren
|
|
rendier
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
jungfruelig
|
kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver
|
|
jungfrueligt
|
kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver
|
|
orörd
|
gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
koelbloedig; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; onverschillig
|
orört
|
gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
koelbloedig; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; onverschillig; onverzwakt
|
oskuldsfullt
|
gaaf; kuis; maagdelijk; onaangeraakt; onbevlekt; ongerept; onschuldig; puur; rein; virginaal; zuiver
|
onschuldig; schuldeloos; schuldloos
|
ren
|
gaaf; kuis; maagdelijk; onaangeraakt; onbevlekt; ongerept; onschuldig; puur; rein; virginaal; zuiver
|
deugdzaam; eerzaam; gekuist; gereinigd; kuis; louter; net; netjes; onvermengd; onversneden; opgeruimd; ordelijk; proper; pure; rein; schoon; zedig; zedig gemaakt; zuiver; zuivere
|
rent
|
gaaf; kuis; maagdelijk; onaangeraakt; onbevlekt; ongerept; onschuldig; puur; rein; virginaal; zuiver
|
deugdzaam; eerzaam; gekuist; gereinigd; gewoonweg; klinkklaar; kuis; louter; net; netjes; onbevlekt; onbezoedeld; onschuldig; onvermengd; proper; pure; puur; regelrecht; rein; ronduit; schoon; vlekkeloos; zedig; zedig gemaakt; zuiver; zuivere
|