Dutch
Detailed Translations for weer from Dutch to Swedish
weer:
-
de weer (weersgesteldheid; weersomstandigheden; klimaat)
Translation Matrix for weer:
Noun | Related Translations | Other Translations |
vädret | klimaat; weer; weersgesteldheid; weersomstandigheden | |
Adverb | Related Translations | Other Translations |
- | nog | |
Other | Related Translations | Other Translations |
en gång till | nog een keer; nog eens | |
väder | weer | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
en gång till | andermaal; nogmaals; opnieuw; wederom; weer | |
tillbaka | weder; weer; weerom | achteren |
återigen | opnieuw; weer |
Related Words for "weer":
Synonyms for "weer":
Related Definitions for "weer":
Wiktionary Translations for weer:
weer
Cross Translation:
noun
-
de atmosferische omstandigheden
- weer → väder
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• weer | → å nyo; på nytt; åter; ånyo; igen | ↔ again — another time |
• weer | → väder | ↔ weather — state of the atmosphere |
• weer | → hammel; kastrerad bagge | ↔ wether — castrated buck goat |
• weer | → väder | ↔ Wetter — Bezeichnet den aktuellen Zustand des Klimas. |
• weer | → försvar; värn | ↔ défense — Action de défendre |
• weer | → väder | ↔ temps — Disposition de l’air, état de l’atmosphère |
weren:
Conjugations for weren:
o.t.t.
- weer
- weert
- weert
- weren
- weren
- weren
o.v.t.
- weerde
- weerde
- weerde
- weerden
- weerden
- weerden
v.t.t.
- heb geweerd
- hebt geweerd
- heeft geweerd
- hebben geweerd
- hebben geweerd
- hebben geweerd
v.v.t.
- had geweerd
- had geweerd
- had geweerd
- hadden geweerd
- hadden geweerd
- hadden geweerd
o.t.t.t.
- zal weren
- zult weren
- zal weren
- zullen weren
- zullen weren
- zullen weren
o.v.t.t.
- zou weren
- zou weren
- zou weren
- zouden weren
- zouden weren
- zouden weren
diversen
- weer!
- weert!
- geweerd
- werend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het weren (verdedigen; afweren; verweren)
försvarande-
försvarande nomen
-
Translation Matrix for weren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
förhindra | belemmeren; beperken; preventie | |
försvarande | afweren; verdedigen; verweren; weren | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
avvärja | afweren; pareren; weren | afhouden; terughouden |
förhindra | afhouden; weren | belemmeren; beletten; hinderen; onmogelijk maken; storen; verhinderen; voorkomen; voorkómen |
försvara | afweren; verdedigen; verweren; weren | |
parera | afweren; pareren; weren | afhouden; terughouden |