Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. keer:
  2. een keer:
  3. keren:
  4. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for een keer from Dutch to Swedish

keer:

keer [de ~ (m)] nomen

  1. de keer (maal)
    tid
    • tid [-en] nomen
  2. de keer (verandering; wijziging; ombuiging)
    förändring; omväxling
  3. de keer (keerpunt; wending)
    förändring; kris; vändpunkt
  4. de keer (kentering; omslag; ommekeer; )
    böjelse

Translation Matrix for keer:

NounRelated TranslationsOther Translations
böjelse keer; kentering; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omslag declinatie; draai; genegenheid; geneigdheid; gezindheid; glooiing; glooiingshoek; hang; inclinatie; kronkel; neiging; twist; verdraaiing
förändring keer; keerpunt; ombuiging; verandering; wending; wijziging hervorming; kentering; mutatie; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omschakeling; omwisselen; smeltmiddel; transformatie; veranderen; verandering; wending; wijzigen; wijziging
kris keer; keerpunt; wending nood; noodtoestand
omväxling keer; ombuiging; verandering; wijziging het verschonen; ommekeer; omslag; totale verandering; verschoning
tid keer; maal duur; tijdruimte; tijdsruimte
vändpunkt keer; keerpunt; wending wendingspunt
- maal

Related Words for "keer":

  • keren, keertje, keertjes

Synonyms for "keer":


Related Definitions for "keer":

  1. om vermenigvuldigen aan te geven1
    • acht keer zes is ....achtenveertig1
  2. elk moment waarop het gebeurt1
    • hoeveel keer heb je hem gebeld?1

Wiktionary Translations for keer:

keer
noun
  1. telkens terugkerend tijdstip waarop iets gebeurt

Cross Translation:
FromToVia
keer gång Mal — bestimmter Zeitpunkt; Moment; die Anzeige eines Wiederholungsfaktors oder einer Reihenfolge
keer gång time — instance or occurrence
keer gånger times — multiplied by
keer ändring altération — physique|fr chimie|fr changement dans l’état d’une chose.
keer gång fois — Reprise
keer förändring; ändring transformationaction de transformer.

een keer:

een keer adj

  1. een keer (op een keer; eens)

Translation Matrix for een keer:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
det var en gång een keer; eens; op een keer

Wiktionary Translations for een keer:


Cross Translation:
FromToVia
een keer en gång once — one and only one time

een keer form of keren:

keren verb (keer, keert, keerde, keerden, gekeerd)

  1. keren (omdraaien; draaien; wenden)
    vrida; vända sig om
    • vrida verb (vrider, vred, vridit)
    • vända sig om verb (vänder sig om, vändde sig om, vänt sig om)
  2. keren (omkeren; teruggaan)
    återvända
    • återvända verb (återvänder, återvändde, återvänt)
  3. keren (wenden; draaien)
    vända; snurra
    • vända verb (vänder, vändde, vänt)
    • snurra verb (snurrar, snurrade, snurrat)

Conjugations for keren:

o.t.t.
  1. keer
  2. keert
  3. keert
  4. keren
  5. keren
  6. keren
o.v.t.
  1. keerde
  2. keerde
  3. keerde
  4. keerden
  5. keerden
  6. keerden
v.t.t.
  1. ben gekeerd
  2. bent gekeerd
  3. is gekeerd
  4. zijn gekeerd
  5. zijn gekeerd
  6. zijn gekeerd
v.v.t.
  1. was gekeerd
  2. was gekeerd
  3. was gekeerd
  4. waren gekeerd
  5. waren gekeerd
  6. waren gekeerd
o.t.t.t.
  1. zal keren
  2. zult keren
  3. zal keren
  4. zullen keren
  5. zullen keren
  6. zullen keren
o.v.t.t.
  1. zou keren
  2. zou keren
  3. zou keren
  4. zouden keren
  5. zouden keren
  6. zouden keren
en verder
  1. heb gekeerd
  2. hebt gekeerd
  3. heeft gekeerd
  4. hebben gekeerd
  5. hebben gekeerd
  6. hebben gekeerd
diversen
  1. keer!
  2. keert!
  3. gekeerd
  4. kerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for keren:

NounRelated TranslationsOther Translations
återvända terugkomst
VerbRelated TranslationsOther Translations
snurra draaien; keren; wenden draaien; kolken; kroelen; ronddraaien; rondtollen; tollen; wervelen; wielen
vrida draaien; keren; omdraaien; wenden wrikken; zich wringen
vända draaien; keren; wenden iets omdraaien; kenteren; omkeren; omwenden; rondwentelen; spiegelen
vända sig om draaien; keren; omdraaien; wenden
återvända keren; omkeren; teruggaan terugbezorgen; wederkeren; weerkeren
- omdraaien; omkeren

Related Words for "keren":


Synonyms for "keren":


Related Definitions for "keren":

  1. het in tegenovergestelde richting brengen1
    • ik heb de auto gekeerd1
  2. in tegengestelde richting gaan1
    • ik ben gekeerd en teruggereden1

Wiktionary Translations for keren:


Cross Translation:
FromToVia
keren vrida; vända; blanda; sammanblanda retourneraller de nouveau en un lieu.

Related Translations for een keer