Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. elan:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for elan from Dutch to Swedish

elan:

elan [het ~] nomen

  1. het elan (pit; vuur; gloed; vlam)
    schvung; fart; iver; eldighet

Translation Matrix for elan:

NounRelated TranslationsOther Translations
eldighet elan; gloed; pit; vlam; vuur
fart elan; gloed; pit; vlam; vuur aandrift; daadkracht; dynamiek; energie; esprit; fut; gang; kracht; momentum; puf; rijsnelheid; schielijkheid; snelheid; spoed; stuwkracht; tempo; vaart; voortstuwing; werklust
iver elan; gloed; pit; vlam; vuur begerige ijver; felheid; graagte; gretigheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht; voortvarendheid
schvung elan; gloed; pit; vlam; vuur

Wiktionary Translations for elan:


Cross Translation:
FromToVia
elan élan; hänförelse Elan — die Begeisterung oder der Schwung, womit man etwas macht