Dutch
Detailed Translations for aflaten from Dutch to Swedish
aflaten:
-
aflaten (ophouden)
Conjugations for aflaten:
o.t.t.
- laat af
- laat af
- laat af
- laten af
- laten af
- laten af
o.v.t.
- liet af
- liet af
- liet af
- lieten af
- lieten af
- lieten af
v.t.t.
- heb afgelaten
- hebt afgelaten
- heeft afgelaten
- hebben afgelaten
- hebben afgelaten
- hebben afgelaten
v.v.t.
- had afgelaten
- had afgelaten
- had afgelaten
- hadden afgelaten
- hadden afgelaten
- hadden afgelaten
o.t.t.t.
- zal aflaten
- zult aflaten
- zal aflaten
- zullen aflaten
- zullen aflaten
- zullen aflaten
o.v.t.t.
- zou aflaten
- zou aflaten
- zou aflaten
- zouden aflaten
- zouden aflaten
- zouden aflaten
diversen
- laat af!
- laat af!
- afgelaten
- aflatende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aflaten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
sluta upp | aflaten; ophouden | |
upphöra | aflaten; ophouden | belanden; ermee uitscheiden; geraken; ongeldig worden; opgeven; ophouden; staken; stoppen; terechtkomen; uitscheiden; verzeilen |