Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. opscheppen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opscheppen from Dutch to Swedish

opscheppen:

opscheppen verb (schep op, schept op, schepte op, schepten op, opgeschept)

  1. opscheppen (grootspreken)
    skryta; skrävla
    • skryta verb (skryter, skröt, sktutit)
    • skrävla verb (skrävlar, skrävlade, skrävlat)
  2. opscheppen (snoeven; grootspreken; opsnijden)
    överdriva; skryta; skrävla
    • överdriva verb (överdrivar, överdrivade, överdrivat)
    • skryta verb (skryter, skröt, sktutit)
    • skrävla verb (skrävlar, skrävlade, skrävlat)
  3. opscheppen (eten opscheppen)
    servera
    • servera verb (serverar, serverade, serverat)
  4. opscheppen (zich bedienen aan tafel; opdissen; zich bedienen)
    servera; lägga upp; sätta fram
    • servera verb (serverar, serverade, serverat)
    • lägga upp verb (lägger upp, lade upp, lagt upp)
    • sätta fram verb (sätter fram, satte fram, satt fram)

Conjugations for opscheppen:

o.t.t.
  1. schep op
  2. schept op
  3. schept op
  4. scheppen op
  5. scheppen op
  6. scheppen op
o.v.t.
  1. schepte op
  2. schepte op
  3. schepte op
  4. schepten op
  5. schepten op
  6. schepten op
v.t.t.
  1. heb opgeschept
  2. hebt opgeschept
  3. heeft opgeschept
  4. hebben opgeschept
  5. hebben opgeschept
  6. hebben opgeschept
v.v.t.
  1. had opgeschept
  2. had opgeschept
  3. had opgeschept
  4. hadden opgeschept
  5. hadden opgeschept
  6. hadden opgeschept
o.t.t.t.
  1. zal opscheppen
  2. zult opscheppen
  3. zal opscheppen
  4. zullen opscheppen
  5. zullen opscheppen
  6. zullen opscheppen
o.v.t.t.
  1. zou opscheppen
  2. zou opscheppen
  3. zou opscheppen
  4. zouden opscheppen
  5. zouden opscheppen
  6. zouden opscheppen
en verder
  1. is opgeschept
  2. zijn opgeschept
diversen
  1. schep op!
  2. schept op!
  3. opgeschept
  4. opscheppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opscheppen:

NounRelated TranslationsOther Translations
lägga upp opdienen; serveren
servera opdienen; serveren
VerbRelated TranslationsOther Translations
lägga upp opdissen; opscheppen; zich bedienen; zich bedienen aan tafel bewaren; opzij leggen; wegzetten
servera eten opscheppen; opdissen; opscheppen; zich bedienen; zich bedienen aan tafel aan tafel bedienen; bedienen; dienen; knoppen bedienen; opdienen; opdissen; opvoeren; serveren; vergroten; voorzetten
skryta grootspreken; opscheppen; opsnijden; snoeven bluffen; bogen; brallen; zich kunnen beroemen op
skrävla grootspreken; opscheppen; opsnijden; snoeven bogen; brallen; zich kunnen beroemen op
sätta fram opdissen; opscheppen; zich bedienen; zich bedienen aan tafel klaar leggen; uitspreiden
överdriva grootspreken; opscheppen; opsnijden; snoeven aandikken; breed uitmeten; iets overdreven voorstellen; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven; uitweiden

Related Definitions for "opscheppen":

  1. er veel nadruk op leggen omdat je trots bent1
    • hij schepte op over zijn knappe zoon1
  2. op je bord scheppen1
    • mag ik nog wat opscheppen?1

Wiktionary Translations for opscheppen:


Cross Translation:
FromToVia
opscheppen skryt boast — brag
opscheppen slev ladle — serve with a ladle
opscheppen skryta angeben — sich wichtiger erscheinen lassen als man ist: prahlen, protzen
opscheppen ta upp; sätta fram auftragen — Speisen auf dem Tisch servieren; ein Thema ansprechen

External Machine Translations:

Related Translations for opscheppen