Summary
Dutch
Detailed Translations for bruusk from Dutch to Swedish
bruusk:
-
bruusk (kortaf; nors; onzacht)
-
bruusk (plotseling; abrupt; opeens; plots; schielijk; eensklaps; plotsklaps)
Translation Matrix for bruusk:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
abrupt | abrupt; bruusk; eensklaps; kortaf; nors; onzacht; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk | |
bryskt | bruusk; kortaf; nors; onzacht | |
oväntad | abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk | klakkelings; ongedacht; onverhoopt; onvermoed; onverwacht |
plötsligt | abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk | abrupt; eensklaps; ineens; klakkelings; ongedacht; onverhoeds; onvermoed; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; opeens; plots; plotseling; plotsklaps |
snabbt | abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk | alert; direct; dra; eerstdaags; gauw; gezwind; haastig; in alle haast; kortstondig; oplettend; spoedig; terloops; uitgeslapen; vluchtig; wakker; weldra |
Related Words for "bruusk":
Wiktionary Translations for bruusk:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bruusk | → brysk | ↔ brusque — rudely abrupt, unfriendly |
• bruusk | → brant; avbruten; tvär | ↔ abrupt — Dont la pente est escarpée et comme rompre. |
• bruusk | → häftig; barsk; grov; oförmodad; plötslig | ↔ brusque — Qui agir par saccades violentes. |
• bruusk | → plötslig | ↔ soudain — Qui est subit, prompt. |