Dutch
Detailed Translations for doven from Dutch to Swedish
doven:
-
doven (smoren; uitblussen; uitdoven)
-
doven (uitblussen; blussen; uitdoven)
Conjugations for doven:
o.t.t.
- doof
- dooft
- dooft
- doven
- doven
- doven
o.v.t.
- doofde
- doofde
- doofde
- doofden
- doofden
- doofden
v.t.t.
- heb gedoofd
- hebt gedoofd
- heeft gedoofd
- hebben gedoofd
- hebben gedoofd
- hebben gedoofd
v.v.t.
- had gedoofd
- had gedoofd
- had gedoofd
- hadden gedoofd
- hadden gedoofd
- hadden gedoofd
o.t.t.t.
- zal doven
- zult doven
- zal doven
- zullen doven
- zullen doven
- zullen doven
o.v.t.t.
- zou doven
- zou doven
- zou doven
- zouden doven
- zouden doven
- zouden doven
en verder
- is gedoofd
- zijn gedoofd
diversen
- doof!
- dooft!
- gedoofd
- dovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for doven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
sätta ut | bezwering; geestenbezwering; uitbanning | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
släcka | blussen; doven; smoren; uitblussen; uitdoven | afzetten; lessen; stillen; uitdoen; uitdraaien; uitmaken; uitschakelen; uitzetten |
sätta ut | doven; smoren; uitblussen; uitdoven | aanbesteden; uitbesteden |
utrota | blussen; doven; uitblussen; uitdoven |
Related Words for "doven":
doven form of dove:
-
de dove
döv person-
döv person nomen
-
Translation Matrix for dove:
Noun | Related Translations | Other Translations |
döv person | dove |