Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. schadepost:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schadepost from Dutch to Swedish

schadepost:

schadepost [de ~ (m)] nomen

  1. de schadepost (verliespost)
    skada; förlust

Translation Matrix for schadepost:

NounRelated TranslationsOther Translations
förlust schadepost; verliespost afbreuk; het verliezen; nederlaag; overwonnen-worden; schade; verbeurdverklaring; verlies
skada schadepost; verliespost afbreuk; averij; belediging; benadeling; beschadigen; beschadiging; blessure; grief; het verliezen; krenking; kwetsen; kwetsuur; laster; letsel; nadeel; oneer; schade; schande; smaad; verlies; verwonding; wond
VerbRelated TranslationsOther Translations
skada aantasten; aanvreten; afbreuk doen aan; bederven; benadelen; beschadigen; bezeren; blesseren; deren; duperen; folteren; knauwen; krenken; kwellen; kwetsen; martelen; nadeel berokkenen; nadeel toebrengen; nadelig zijn voor; onteren; ontwijden; pijn bezorgen; pijn doen; pijnigen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; verwonden; zeer doen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
skada helaas; jammer; jammer genoeg; sneu; spijtig

Related Words for "schadepost":

  • schadeposten

Wiktionary Translations for schadepost:


Cross Translation:
FromToVia
schadepost förlust perte — Privation de quelque chose de précieux, d’agréable, de commode, qu’on avait. (Sens général).