Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- illusie:
-
Wiktionary:
- illusie → synvilla, illusion, förvillelse, trick
Dutch
Detailed Translations for illusie from Dutch to Swedish
illusie:
-
de illusie (waan; hersenschim; droombeeld)
-
de illusie (droombeeld)
-
de illusie (waandenkbeeld; waanvoorstelling; waan; waanbeeld; waanidee)
-
de illusie (schijn)