Summary
Dutch
Detailed Translations for louter from Dutch to Swedish
louter:
-
louter
Translation Matrix for louter:
Noun | Related Translations | Other Translations |
ren | rendier | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | zuiver | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
äkta | origineel | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
gediget | louter | betrouwbaar; degelijk; deugdelijk |
oblandat | louter | onvermengd; onversneden |
ren | louter | deugdzaam; eerzaam; gaaf; gekuist; gereinigd; kuis; maagdelijk; net; netjes; onaangeraakt; onbevlekt; ongerept; onschuldig; onvermengd; onversneden; opgeruimd; ordelijk; proper; pure; puur; rein; schoon; virginaal; zedig; zedig gemaakt; zuiver; zuivere |
rent | louter | deugdzaam; eerzaam; gaaf; gekuist; gereinigd; gewoonweg; klinkklaar; kuis; maagdelijk; net; netjes; onaangeraakt; onbevlekt; onbezoedeld; ongerept; onschuldig; onvermengd; proper; pure; puur; regelrecht; rein; ronduit; schoon; virginaal; vlekkeloos; zedig; zedig gemaakt; zuiver; zuivere |
äkta | louter | echt; ernstig; heus; onversierd; serieus; werkelijk; werkelijk menend |
Related Words for "louter":
Synonyms for "louter":
Related Definitions for "louter":
louteren:
-
louteren (in zedelijk opzicht zuiveren; reinigen; kuisen; klaren)
Conjugations for louteren:
o.t.t.
- louter
- loutert
- loutert
- louteren
- louteren
- louteren
o.v.t.
- louterde
- louterde
- louterde
- louterden
- louterden
- louterden
v.t.t.
- ben gelouterd
- bent gelouterd
- is gelouterd
- zijn gelouterd
- zijn gelouterd
- zijn gelouterd
v.v.t.
- was gelouterd
- was gelouterd
- was gelouterd
- waren gelouterd
- waren gelouterd
- waren gelouterd
o.t.t.t.
- zal louteren
- zult louteren
- zal louteren
- zullen louteren
- zullen louteren
- zullen louteren
o.v.t.t.
- zou louteren
- zou louteren
- zou louteren
- zouden louteren
- zouden louteren
- zouden louteren
en verder
- heb gelouterd
- hebt gelouterd
- heeft gelouterd
- hebben gelouterd
- hebben gelouterd
- hebben gelouterd
diversen
- louter!
- loutert!
- gelouterd
- louterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for louteren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
rensa | schoonmaakbeurt; wegruimen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
rensa | in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; kuisen; louteren; reinigen | bergen; leeghalen; opruimen; opschonen; plunderen; uitknijpen; uitpersen; uitzuigen; verrekenen |
uppklara | in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; kuisen; louteren; reinigen | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
rensa | Opschonen |