Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. afdingen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afdingen from Dutch to Swedish

afdingen:

afdingen verb (ding af, dingt af, dong af, dongen af, afgedongen)

  1. afdingen (marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren; afpingelen)
    köpslå; pruta
    • köpslå verb (köpslår, köpslog, köpslagit)
    • pruta verb (prutar, prutade, prutat)

Conjugations for afdingen:

o.t.t.
  1. ding af
  2. dingt af
  3. dingt af
  4. dingen af
  5. dingen af
  6. dingen af
o.v.t.
  1. dong af
  2. dong af
  3. dong af
  4. dongen af
  5. dongen af
  6. dongen af
v.t.t.
  1. heb afgedongen
  2. hebt afgedongen
  3. heeft afgedongen
  4. hebben afgedongen
  5. hebben afgedongen
  6. hebben afgedongen
v.v.t.
  1. had afgedongen
  2. had afgedongen
  3. had afgedongen
  4. hadden afgedongen
  5. hadden afgedongen
  6. hadden afgedongen
o.t.t.t.
  1. zal afdingen
  2. zult afdingen
  3. zal afdingen
  4. zullen afdingen
  5. zullen afdingen
  6. zullen afdingen
o.v.t.t.
  1. zou afdingen
  2. zou afdingen
  3. zou afdingen
  4. zouden afdingen
  5. zouden afdingen
  6. zouden afdingen
diversen
  1. ding af!
  2. dingt af!
  3. afgedongen
  4. afdingende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afdingen [znw.] nomen

  1. afdingen (gesjacher; handjeklap; afpingelarij; geritsel)

Translation Matrix for afdingen:

NounRelated TranslationsOther Translations
köpslående afdingen; afpingelarij; geritsel; gesjacher; handjeklap marchandering; onderhandeling
prutande afdingen; afpingelarij; geritsel; gesjacher; handjeklap marchandering; onderhandeling
VerbRelated TranslationsOther Translations
köpslå afdingen; afpingelen; dingen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren kromliggen
pruta afdingen; afpingelen; dingen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren disconteren; kromliggen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
köpslående knibbelziek

Wiktionary Translations for afdingen:


Cross Translation:
FromToVia
afdingen pruta haggle — to argue for a better deal
afdingen köpslå; pruta feilschen — hartnäckig, kleinlich handeln, verhandeln