Summary
Dutch
Detailed Translations for oprichten from Dutch to Swedish
oprichten:
-
oprichten (stichten; instellen; invoeren)
-
oprichten (overeindzetten; optrekken)
Conjugations for oprichten:
o.t.t.
- richt op
- richt op
- richt op
- richten op
- richten op
- richten op
o.v.t.
- richtte op
- richtte op
- richtte op
- richtten op
- richtten op
- richtten op
v.t.t.
- heb opgericht
- hebt opgericht
- heeft opgericht
- hebben opgericht
- hebben opgericht
- hebben opgericht
v.v.t.
- had opgericht
- had opgericht
- had opgericht
- hadden opgericht
- hadden opgericht
- hadden opgericht
o.t.t.t.
- zal oprichten
- zult oprichten
- zal oprichten
- zullen oprichten
- zullen oprichten
- zullen oprichten
o.v.t.t.
- zou oprichten
- zou oprichten
- zou oprichten
- zouden oprichten
- zouden oprichten
- zouden oprichten
en verder
- ben opgericht
- bent opgericht
- is opgericht
- zijn opgericht
- zijn opgericht
- zijn opgericht
diversen
- richt op!
- richtt op!
- opgericht
- oprichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for oprichten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
etablera | instellen; invoeren; oprichten; stichten | funderen; gronden; grondvesten |
grunda | instellen; invoeren; oprichten; stichten | gronden; grondverven; plamuren |
inrätta | oprichten; optrekken; overeindzetten | reglementeren |
starta | oprichten; optrekken; overeindzetten | aanvangen; beginnen; in werking stellen; initialiseren; initiëren; intreden; inzetten; op gang brengen; op gang komen; opstarten; starten; van start gaan |
upprätta | oprichten; optrekken; overeindzetten | |
- | beginnen; stichten | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
starta | opstarten; start |
Synonyms for "oprichten":
Antonyms for "oprichten":
Related Definitions for "oprichten":
Wiktionary Translations for oprichten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• oprichten | → etablera | ↔ establish — To form; to set up in business |
• oprichten | → etablera; grunda | ↔ establish — To found; to institute |
• oprichten | → etablera sig; etablera | ↔ etablieren — (transitiv) etwas dauerhaft einrichten, ins Leben rufen |
• oprichten | → hissa; upphisa; upphäva; upphöja | ↔ lever — Faire qu’une chose être plus haut qu’elle n’était. |
• oprichten | → hissa; upphisa; upphäva; upphöja | ↔ soulever — lever à une faible hauteur. |
• oprichten | → hissa; upphisa; upphäva; upphöja | ↔ élever — Traductions à trier suivant le sens |