Dutch
Detailed Translations for smelten from Dutch to Swedish
smelten:
-
smelten (door hitte vloeibaar worden)
Conjugations for smelten:
o.t.t.
- smelt
- smelt
- smelt
- smelten
- smelten
- smelten
o.v.t.
- smolt
- smolt
- smolt
- smolten
- smolten
- smolten
v.t.t.
- ben gesmolten
- bent gesmolten
- is gesmolten
- zijn gesmolten
- zijn gesmolten
- zijn gesmolten
v.v.t.
- was gesmolten
- was gesmolten
- was gesmolten
- waren gesmolten
- waren gesmolten
- waren gesmolten
o.t.t.t.
- zal smelten
- zult smelten
- zal smelten
- zullen smelten
- zullen smelten
- zullen smelten
o.v.t.t.
- zou smelten
- zou smelten
- zou smelten
- zouden smelten
- zouden smelten
- zouden smelten
diversen
- smelt!
- smeltt!
- gesmolten
- smeltend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for smelten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
smälta | gesmolten massa; smelt | |
smältande | ontdooien; smelten; wegdooien | |
upptinande | ontdooien; smelten; wegdooien | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
smälta | door hitte vloeibaar worden; smelten | doen smelten; in elkaar overlopen; ontbinden; opheffen; uiteen doen gaan; verbijten; verkroppen; vervagen; vervloeien |
Related Words for "smelten":
smelt:
-
de smelt (gesmolten massa)
Translation Matrix for smelt:
Noun | Related Translations | Other Translations |
smälta | gesmolten massa; smelt | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
smälta | doen smelten; door hitte vloeibaar worden; in elkaar overlopen; ontbinden; opheffen; smelten; uiteen doen gaan; verbijten; verkroppen; vervagen; vervloeien |