Noun | Related Translations | Other Translations |
förbipasserande
|
|
passant; voorbijganger
|
tillfällig
|
|
interim; tussenpoos; tussentijd
|
tillfälligt
|
|
uitzendkracht
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
flyktigt
|
haastig; in het voorbijgaan; kortstondig; losjes; terloops; vluchtig
|
grillig; informeel; momentele; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; voorlopig; vrijblijvend; wispelturig
|
förbipasserande
|
in het voorbijgaan; losjes; terloops
|
|
snabb
|
haastig; kortstondig; terloops; vluchtig
|
alert; dra; eerstdaags; gauw; in alle haast; in allerijl; oplettend; spoedig; uitgeslapen; wakker; weldra
|
snabbt
|
haastig; kortstondig; terloops; vluchtig
|
abrupt; alert; bruusk; direct; dra; eensklaps; eerstdaags; gauw; gezwind; in alle haast; opeens; oplettend; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk; spoedig; uitgeslapen; wakker; weldra
|
tillfällig
|
in het voorbijgaan; losjes; terloops
|
aards; af en toe; incidenteel; informeel; kortstondig; momenteel; momentele; nu en dan; op dit ogenblik; provisorisch; soms; temporeel; tijdelijk; tijdelijke; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; vrijblijvend; weleens; zolang
|
tillfälligt
|
in het voorbijgaan; losjes; terloops
|
aards; af en toe; incidenteel; informeel; kortstondig; loco-; momenteel; momentele; nu en dan; op de bonnefooi; op dit ogenblik; op goed geluk; plaatsvervangend; provisorisch; soms; temporeel; tijdelijk; tijdelijke; toevallig; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; vrijblijvend; waarnemend; weleens; zolang
|
åt sidan
|
terloops; terzijde
|
naar opzij; opzij van; zijwaarts
|