Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. en:
  2. EN:
  3. Wiktionary:
Swedish to Dutch:   more detail...
  1. en:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for -en from Dutch to Swedish

en:

en

  1. en (plus)

en [znw.] nomen

  1. en (plusteken)
    plustecken

Translation Matrix for en:

NounRelated TranslationsOther Translations
plustecken en; plusteken optellingsoperator; plusteken
- plus
OtherRelated TranslationsOther Translations
och en; plus

Related Words for "en":

  • enen

Synonyms for "en":


Antonyms for "en":


Related Definitions for "en":

  1. verbindt twee woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar1
    • mijn vader en moeder, zij dansen en zij zingen1
  2. geeft aan dat je het tweede getal moet optellen bij het eerste1
    • een en een is twee1

Wiktionary Translations for en:


Cross Translation:
FromToVia
en och and — used to connect two similar words, phrases, et cetera
en och and — used at the end of a list to indicate the last item
en och; plus plus — arithmetic: sum
en och undverbindet allgemein Satzteile und Sätze; kann Satzzeichen (Komma, Semikolon, Punkt, Doppelpunkt, Ausrufezeichen und Fragezeichen) ersetzen, ermöglicht Aufzählung, Beiordnung, Ergänzung, Summierung und Hinzufügung

EN:

EN

  1. EN

Translation Matrix for EN:

Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
AND EN


Wiktionary Translations for -en:


Cross Translation:
FromToVia
-en att to — infinitive-marker

Related Translations for -en



Swedish

Detailed Translations for -en from Swedish to Dutch

en:

en [-en] nomen

  1. en (enbuske)
    jeneverboom
  2. en (enbärsbuske)
    de jeneverstruik

Translation Matrix for en:

NounRelated TranslationsOther Translations
jeneverboom en; enbuske
jeneverstruik en; enbärsbuske enbuske; enbärsbuske

Synonyms for "en":


Wiktionary Translations for en:

en
number
  1. de inhoud van de kleinste niet-lege verzameling

Cross Translation:
FromToVia
en een an — indefinite article
en nog een another — one more, in addition to a former number
en een andere another — not the same; different
en jeneverbes juniper — shrub or tree of the genus Juniperus
en een; één one — cardinal number 1
en je; men; ze one — indefinite personal pronoun
en kwart over één quarter past — translations for quarter past one
en men; je; ge; u you — one
en jeneverstruik WacholderBotanik: eine immergrüne Gattung in der Unterfamilie Cupressoideae aus der Familie der Zypressengewächse (Cupressaceae)
en een ein — unbestimmter Artikel des Neutrums im Nominativ
en een; 'n un — Déterminant placé devant un nom.


Wiktionary Translations for -en:


Cross Translation:
FromToVia
-en de; het the — article
-en de; het the — used as an alternative to a possessive pronoun before body parts
-en de; het the — used with the name of a member of a class to refer to all things in that class

Related Translations for -en