Dutch
Detailed Translations for hoesten from Dutch to Swedish
hoesten:
-
hoesten
Conjugations for hoesten:
o.t.t.
- hoest
- hoest
- hoest
- hoesten
- hoesten
- hoesten
o.v.t.
- hoestte
- hoestte
- hoestte
- hoestten
- hoestten
- hoestten
v.t.t.
- heb gehoest
- hebt gehoest
- heeft gehoest
- hebben gehoest
- hebben gehoest
- hebben gehoest
v.v.t.
- had gehoest
- had gehoest
- had gehoest
- hadden gehoest
- hadden gehoest
- hadden gehoest
o.t.t.t.
- zal hoesten
- zult hoesten
- zal hoesten
- zullen hoesten
- zullen hoesten
- zullen hoesten
o.v.t.t.
- zou hoesten
- zou hoesten
- zou hoesten
- zouden hoesten
- zouden hoesten
- zouden hoesten
diversen
- hoest!
- hoest!
- gehoest
- hoestend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for hoesten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
hosta | hoesten | gekuch; kuch |
Verb | Related Translations | Other Translations |
harkla sig | hoesten | |
hosta | hoesten | kort en droog hoesten; kuchen |
Related Words for "hoesten":
Related Definitions for "hoesten":
hoest:
-
de hoest (hoestaanval; hoestbui; aanval van hoest)
Translation Matrix for hoest:
Noun | Related Translations | Other Translations |
hostattack | aanval van hoest; hoest; hoestaanval; hoestbui | gekuch; kuch |
Related Words for "hoest":
External Machine Translations:
Related Translations for hoesten
Swedish