Dutch
Detailed Translations for inspuiten from Dutch to Swedish
inspuiten:
-
inspuiten
Conjugations for inspuiten:
o.t.t.
- spuit in
- spuit in
- spuit in
- spuiten in
- spuiten in
- spuiten in
o.v.t.
- spoot in
- spoot in
- spoot in
- spoten in
- spoten in
- spoten in
v.t.t.
- heb ingespoten
- hebt ingespoten
- heeft ingespoten
- hebben ingespoten
- hebben ingespoten
- hebben ingespoten
v.v.t.
- had ingespoten
- had ingespoten
- had ingespoten
- hadden ingespoten
- hadden ingespoten
- hadden ingespoten
o.t.t.t.
- zal inspuiten
- zult inspuiten
- zal inspuiten
- zullen inspuiten
- zullen inspuiten
- zullen inspuiten
o.v.t.t.
- zou inspuiten
- zou inspuiten
- zou inspuiten
- zouden inspuiten
- zouden inspuiten
- zouden inspuiten
en verder
- is ingespoten
diversen
- spuit in!
- spuit in!
- ingespoten
- inspuitend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for inspuiten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
spruta in | inspuiten | injecteren; spuiten |
Wiktionary Translations for inspuiten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inspuiten | → injiciera; injicera | ↔ injizieren — Medizin: eine Flüssigkeit in den Körper einspritzen |
• inspuiten | → inspruta; injicera | ↔ injecter — médecine|fr introduire un liquide dans l’organisme par le moyen d’une seringue ou de tout autre instrument, en parlant du liquide comme de la partie dans laquelle se fait l'injection. |