Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Search: succes

Dutch and Swedish Search Results for: succes

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

succes:
- framgång; lycka; succé; välstånd; storsäljare; bestseller; krocka; slå
Wiktionary:
- succes → lycka till, framgång, succé, fångst, byte, resultat

Dutch

Detailed Translations for succes from Dutch to Swedish

succes:

succes [het ~] nomen

het succes (welslagen; voorspoedigheid)
framgång; lycka; succé; välstånd
- framgång nomen
- lycka [-en] nomen
- succé [-en] nomen
- välstånd [-ett] nomen
het succes
framgång
- framgång nomen
het succes (bestseller; hit)
succé; storsäljare; bestseller
- succé [-en] nomen
- storsäljare [-en] nomen
- bestseller [-en] nomen
het succes (succesnummer; hit; kraker; topper; treffer; successtuk; klapper; schlager; kasstuk)
krocka; slå
- krocka [-en] nomen
- slå nomen

Translation Matrix for succes:

Noun	Related Translations	Other Translations
bestseller	bestseller; hit; succes
framgång	succes; voorspoedigheid; welslagen	welstand; welvaart
krocka	hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer	dreun; klap; knal; kwak; smak
lycka	succes; voorspoedigheid; welslagen	bof; buitenkansje; euforie; fortuintje; geluk; geluk hebbend; gelukkig toeval; gelukzaligheid; geneugte; genieten; genot; heerlijkheid; meevaller; opsteker; verlossing; voordeel; welbehagen; welstand; welvaart; zaligheid
slå	hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer
storsäljare	bestseller; hit; succes
succé	bestseller; hit; succes; voorspoedigheid; welslagen	welstand; welvaart
välstånd	succes; voorspoedigheid; welslagen	welstand; welvaart; welvarendheid
Verb	Related Translations	Other Translations
slå		bonken; dichtslaan; dichtwerpen; een klap geven; een opdonder verkopen; fijnwrijven; frapperen; grijpen; hameren; hard slaan; hengsten; krenken; kwetsen; maaien; meppen; rammen; slaan; timmeren; toeslaan

Related Words for "succes":

successen

Related Definitions for "succes":

gunstige afloop of resultaat¹
- hij heeft de cursus met succes gevolgd¹

Wiktionary Translations for succes:

Cross Translation:

From	To	Via
• succes	→ lycka till	↔ good luck — wish of fortune or encouragement
• succes	→ framgång; succé	↔ success — achievement of one's aim or goal
• succes	→ fångst; byte	↔ Fang — übertragen: Ausbeute, Erfolg
• succes	→ framgång; resultat	↔ aboutissement — Action d’aboutir.
• succes	→ framgång	↔ succès — Ce qui arriver à quelqu’un de conforme au but qu’il se proposer dans une affaire, dans une entreprise, dans un travail.

Related Translations for succes

¹Muiswerk Woordenboek