Dutch

Detailed Translations for bijhouden from Dutch to Swedish

bijhouden:

bijhouden verb (houd bij, houdt bij, hield bij, hielden bij, bijgehouden)

  1. bijhouden (bijbenen; bijblijven)
    hålla samma takt som; hålla samma tempo som
  2. bijhouden
    följa; spåra
    • följa verb (följer, följde, följt)
    • spåra verb (spårar, spårade, spårat)
  3. bijhouden
    spårning

Conjugations for bijhouden:

o.t.t.
  1. houd bij
  2. houdt bij
  3. houdt bij
  4. houden bij
  5. houden bij
  6. houden bij
o.v.t.
  1. hield bij
  2. hield bij
  3. hield bij
  4. hielden bij
  5. hielden bij
  6. hielden bij
v.t.t.
  1. heb bijgehouden
  2. hebt bijgehouden
  3. heeft bijgehouden
  4. hebben bijgehouden
  5. hebben bijgehouden
  6. hebben bijgehouden
v.v.t.
  1. had bijgehouden
  2. had bijgehouden
  3. had bijgehouden
  4. hadden bijgehouden
  5. hadden bijgehouden
  6. hadden bijgehouden
o.t.t.t.
  1. zal bijhouden
  2. zult bijhouden
  3. zal bijhouden
  4. zullen bijhouden
  5. zullen bijhouden
  6. zullen bijhouden
o.v.t.t.
  1. zou bijhouden
  2. zou bijhouden
  3. zou bijhouden
  4. zouden bijhouden
  5. zouden bijhouden
  6. zouden bijhouden
diversen
  1. houd bij!
  2. houdt bij!
  3. bijgehouden
  4. bijhoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bijhouden [znw.] nomen

  1. bijhouden (bijbenen)

Translation Matrix for bijhouden:

NounRelated TranslationsOther Translations
hålla upp med bijbenen; bijhouden
spårning bijhouden audittrail; terugvoering; tracering
VerbRelated TranslationsOther Translations
följa bijhouden begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; jachten; meegaan; meelopen; nakomen; naleven; navolgen; opdrijven; ophitsen; opjagen; opvolgen; vergezellen; volgen; voortjagen
hålla samma takt som bijbenen; bijblijven; bijhouden
hålla samma tempo som bijbenen; bijblijven; bijhouden
spåra bijhouden calqueren; checken; met pen overtekenen; nagaan; natrekken; overtrekken; traceren; verifiëren

Synonyms for "bijhouden":


Antonyms for "bijhouden":


Related Definitions for "bijhouden":

  1. het tempo kunnen volgen1
    • het kind kon zijn vader niet bijhouden1
  2. er geregeld aan werken1
    • ik houd de boekhouding bij1

Wiktionary Translations for bijhouden:


Cross Translation:
FromToVia
bijhouden skriva ned; skriva in; anteckna festhaltenaufschreiben; notieren
bijhouden behålla; hålla tenir — Avoir en main, entre les bras, de manière à ne pas laisser aller.